Doel van 'Project Gemini'.

De 2e bemande ruimtevaart project van de NASA werd eind 1961 aangekondigd: Gemini.
Dit project kreeg zijn naam van onder andere het sterrenbeeld 'tweeling' (Gemini in het Engels), omdat aan boord van deze capsule 2 astronauten plaats hadden. Tijdens dit project waren er 12 vluchten waarvan er 2 onbemand waren.

De doelen waren:

- testen van langdurige vluchten (tot 2 weken),
- leren van 'rendez-vous' en koppelen aan een ander object in omloop,
- perfectioneren van (land) landingen.

Tussen Mercury en Apollo


Project Gemini kwam tot stand om de grote kloof tussen Mercury en Apollo te dichten. Het Apollo maan-project was door Eisenhouwer-regering (1953-1961) als opvolger van Mercury gekozen. Om succesvol naar de maan te kunnen moest men eerst kennis en ervaring op doen met langdurige vluchten, uitvoeren van ruimtewandelingen, en het 'aanvliegen' en koppelen aan een ander ruimtevaartuig.
De capsule die leek op die van Project Mercury, waardoor dit project voor de naam Gemini, de naam 'Mercury Mark II' had. (bron, Engels)

Tijdens dit project waren er verschillende ontwerpen van (bemande) Gemini capsules:
- standaard Gemini (Mercury Mark II)
- Manned Orbiting Laboratory (zie MOL op Wikipedia, Engels)
- Blue Gemini (zie Blue Gemini op Wikipedia, Engels)

Ondertussen heeft de ontwikkeling van een booster ook niet stil gestaan, de Titan I was als backup voor het geval de Atlas (gebruikt tijdens Mercury project) vertragingen kreeg. Ook de Titan is verder ontwikkeld en verbeterd naar de Titan II, Titan III en de huidige Titan IV. Van oorsprong was de Titan ontwikkeld als ICBM. De Titan III bleek krachtig genoeg om de Gemini met bemanning in de ruimte te krijgen. Alle 12 Titan raketten werden door de NASA van het Amerikaanse leger gekocht. (Trivia: de serienummers van de Titans stonden op de raket, en waren bij de lancering zichtbaar)