Zendamateur
- Details
- Geschreven door: André Berends
- Hits: 14926
PACKET RADIO
Packet-Radio is een vorm van datacommunicatie waarbij bundeling van informatie in kleine pakketten het mogelijk maakt dat ook half duplex (niet tegelijkertijd zenden en ontvangen, maar afwisselend) gebruikt kan worden. Dit is typisch voor het gebruik van een zendontvanger.
Om packet-radio te kunnen gedrijven moet je beschikken over het volgende:
- Een computer met terminal software
- Een packet modem of TNC
- Een tranceiver (zend-ontvanger met bijbehorende antenne)
De computer
De computer die nodig is kan een eenvoudige machine zijn zonder al te veel poespas. Een oud model met MS-DOS is al voldoende. In mijn uitleg ga ik uit van een PC uitgerust met Winsdows XP. Voor MS-DOS zijn er verschillende programma's beschikbaar om packet-radio te kunnen bedrijven: bijvoorbeeld Baycom, Graphic Packet, Eskay Packet. Er zijn er ongetwijfeld meer.
De software waar ik voor gekozen heb is Paxon en UISS voor ARISS. De software wordt verder niet hier uitgelegd, er is genoeg info op de betreffende sites te vinden.
Packet modem/TNC
Naast een computer en software heb je ook nog een modem of TNC nodig. De meest eenvoudige uitvoering is de geluidskaart in de PC. Zelf heb ik jaren met 2 Baycom modems gewerkt, één voor 1200 bd, en één voor 9600 bd. Net als bij het gebruik van de PC geluidskaart moet de PC zelf voor decodering van de data zorgen waardoor extra software nodig is om de boven genoemde programma's te kunnen gebruiken (bij Baycom software zit dat al in het programma ingebouwd).Er zijn ook intelligente 'modems' beschikbaar: de TNC (Terminal Node Controller). Een TNC beschikt over een eigen processor, zodat de PC zelf het decoderen van de data niet meer hoeft te doen. De TNC doet dit n.l. al voor de PC. Links is een eenvoudige Baycom modem te zien, rechts een 1200 bd TNC. Wat gelijk hierbij opvalt is dat de TNC meer componenten heeft, waaronder de processor (links boven op de printplaat met de opdruk Z80, een beroemde microprocessor)
Als basis heeft de TNC wel hetzelfde aan boord als wat de eenvoudige Baycom modem beeft: de chips met opdruk XR2211 en TCM3105. Deze chips zijn de feitelijke 'modem-chips'. De XR2211 laat de TCM3105 weten dat er een datastroom ontvangen wordt, en de TCM3105 zet dit om van geluid naar nullen en enen begrijpbaar voor PC of processor. Ook zet de TCM3105 de nullen en enen om in geluidsignalen dat door een zender verstuurd kan worden. Dit proces heet moduleren voor zenden en demoduleren voor ontvangen (vandaar de kreet van 'modem', MOduleren, DEModuleren). De snelheden wat met deze modems/TNC's gehaald kunnen worden zijn een verbijsterende 1200 baud. De oude telefoonmodems waarmee men kon internetten had een snelheid van 56000 baud, ongeveer 45 keer sneller.
Er zijn ook snellere packet modems/TNC's. Naast 1200 baud zijn er ook TNC's en modems met snelheden tot 9600 baud en sneller.(Een baudrate geeft aan hoeveel symbolen per seconde worden verzonden, dit is wat anders dan bitrate)
Ikzelf heb de beschikking over in totaal 4 modems/TNC's: 1x Baycom 1200 baud modem (plaatje links), 1x 9600 baud PAR96 van Baycom, 1 TNC2S (plaatje rechts) een 1200 baud TNC en een TNC2H 9600 baud TNC.
De tranceiver
Naast een PC met een modem of TNC heb je ook een tranceiver nodig die op de juiste frequenties uitzend. Dit kan een 27 MHz 'bakkie' zijn, maar ook een 2m of 70cm tranceiver.
Op 2 meter zijn op 144.800 MHz ook packet radio signalen te horen, dit zijn z.g.n. APRS bakens (hier meer info over APRS). Tussen 144.8125 MHz en 144.9875 MHz zijn de opstappunten (nodes) en BBS-en te vinden. Op 70cm zitten deze tussen 430.400 MHz en 431.025 MHz. De Duitse nodes op 70cm zitten op hogere frequenties, zo rond de 438 MHz. Op 27 MHz en op 144 MHz wordt eigenlijk alleen met 1200 baud gewerkt terwijl op 70cm ook snelheden tot 9600 baud gebruikt worden, alhans, hier in de omgeving van Emmen.
Er is niet veel vermogen nodig om een goede packet radio verbinding te kunnen opbouwen, helemaal niet als de modem gebruik maakt van de boven genoemde XR2211 chip. Deze luisterd of er een packet signaal ontvangen wordt, en geeft dit door aan de feitelijke modem IC, de TMC3105, zodat deze niet gaat zenden als er een signaal is.
Naast een tranceiver heb je natuurlijk ook een antenne nodig; een eenvoudige rondstraler is ruim voldoende.
De 1200 baud modem en TNC's kunnen op de zender worden aangesloten via de 'normale' weg, dus waar je een microfoon zou aansluiten. Met de 9600baud TNC/Modems kan dat niet. Hiervoor is een speciale 9600 bd aansluiting nodig direct op de modulator/demodulator van de tranceiver. Er zijn tranceivers die dat al hebben, en bij andere tranceivers moet je zelf die aansluiting maken (even googelen hiervoor).
- Details
- Geschreven door: André Berends
- Hits: 7338
ARISS (Amateur Radio on the International Space Station)
Wat is ARISS?
ARISS is een volwaardig amateur station aan boord van het international Space Station (ISS). Astronauten aan boord van ISS kunnen in hun schaarse vrije tijd gebruik maken van het aanwezige apparatuur om met gelicentieerde zendamateurs op aarde contacten te leggen.
Tijdens het normale werk-rooster hebben de astronauten helaas geen tijd om elke dag gebruik te maken van ARISS, en toch kunnen de zendamateurs op Aarde wel gebruik maken van de spullen aan boord van het ISS.
Een enkele keer is het zelfs mogelijk met een z.g.n. 'school-contact' mee te luisteren.
Hoe kunnen zendamateurs dan toch gebruik maken van ARISS?
Dit is afhankelijk van hoe het ISS amateur station is ingesteld. De ene keer is deze als FM-spraak repeater (herhaler) in gesteld, de andere keer als packet-radio repeater, ook wel digipeater genoemd (de huidige instelling is te checken op ISS Fanclub maar let wel, dit is geen officiele site met info over ISS!).
Om gebruik te kunnen maken van de digipeater heb je om te beginnen dezelfde spullen nodig die ook voor 'normaal' packet-radio ook nodig zijn: een tranceiver met bijbehorende antenne installatie, een PC met bijbehorende software en een TNC of packet modem.
De software waar ik voor gekozen heb ik UISS. Deze programma is door Guy Roels, ON6MU geschreven en is Freeware/Donationware. Inmiddels heb ik met Guy contact gehad en hem heb ik aangeboden op een 2e web-server ruimte beschikbaar te stellen voor zijn software.
UISS...
UISS is speciaal geschreven om eenvoudig met packet radio contacten te leggen via satellieten en het International Space Station (ISS). Wat ervoor nodig is, staat hierboven al uit gelegd. Mijn uitleg hieronder gaat er van uit dat u al bekend bent met het packet netwerk, en dat u een gelicentieerde zendamateur bent.
Om UISS met een TNC (in plaats van een TNC kan ook een baycom packet modem gebruikt worden) te kunnen laten werken is extra software nodig: AGW Packet Engine. Deze software verzorgt communicatie tussen UISS en de TNC. Zonder deze software werkt UISS niet!
Ook kan UISS gebruikt worden om het APRS netwerk te volgen, en om packet BBS-en te kunnen connecten.
Voordat UISS opgestart kan worden, dient eerst AGW Packet Engine ingesteld te worden. Hoe deze software werkt en ingesteld dient te worden staat in de help bestanden geschreven.
- Details
- Geschreven door: André Berends
- Hits: 4980
Contact met astronauten aan boord van ISS
Wanneer kan dit?
Helaas weet je dit bijna nooit. De astronauten aan boord van het International Space Station (ISS) hebben een heel druk en vast gestelde werk-schema. Deze schema wordt vanuit Houston (NASA), Moscou (Roscosmos, de Russian Federal Space Agency) en Parijs (ESA) bepaald.
Op een pagina van de NASA wordt dagelijks de planning gepubliceerd van die dag: de Crew Timelines. Wat wel van te voren bekend is, zijn de school contacten die vrij geregeld plaats vinden. Deze school contacten zijn vrij te beluisteren, mits het ISS binnen het radio-bereik is van de ontvanger.
Een lijstje met schoolcontacten staan op de site van ARISS, Amateur Radio on International Space Station.
Om toch een QSO (een radio verbinding) te kunnen maken is het van belang te weten waar ISS zich bevind, en wanneer het zich over jouw locatie beweegt. Beter is de uitleg 'wanneer jouw station zich in de 'radio-footprint' van het ISS bevind. Deze footprint is een fors gebied waarbinnen de zenders van ISS te ontvangen zijn op Aarde. Het plaatje rechts laat een kaart van Europa zien, met daarover de footprint van ISS.
De groene cirkel om het puntje waar 'ISS' bij staat is de radio-footprint. Deze strekt zich hier uit van Noord Afrika tot aan Schotland aan toe. (Klik op het plaatje voor een groter beeld.) Ikzelf woon in Emmen, en dat ligt nu mooi binnen die footprint. Dit betekend dat ik op dat moment de zenders van ISS kan ontvangen. Ook als een astronaut zelf de zender bedient om met zendamateurs op Aarde verbindingen ten maken.
Oké, ik hoor een astronaut, en nu?
Als je zelf een radio-registratie heb is het nu zaak om geduld te hebben. Ik zelf vind het niet prettig als een andere amateur 'door' mijn gesprek roept, waardoor mijn QSO mislukt. Zelf wacht ik tot de andere klaar is met zijn gesprek, en dan ga ik pas roepen. Stukje collegialiteit noem ik het, ik geef een ander ook de kans in de hoop zelf ik een kans te krijgen.
Op zaterdag 28 augustus 2010 hoorde ik op 145.800 MHz plotseling een Engelstalige man 'CQ, this is NA1SS' roepen. Dit betekend maar één ding: er is een astronaut aan boord van ISS die zelf de microfoon ter hand heeft genomen. Zonder twijfel mijn zender goed ingesteld (luisteren op 145.800 MHz, en zenden op 145.200 MHz) en direct daarop antwoord geven. Groot was mijn blijdschap toen ik hoorde 'André, welcome aboard the International Space Station, this is Colonel Doug Wheelock, NA1SS'. In eerste instantie had Doug mijn call verkeerd, hij hoorde PE1PIX terwijl het PE1PQX is. Gelukkig noemde hij mijn naam wel correct. Die zelfde weekeinde kreeg ik een e-mail met een geluidsopname van Cor, PD0RKC, waarvoor mijn dank natuurlijk. Hierop was Doug wel te horen, maar ikzelf niet.
Op 21 december 2011 is André Kuipers voor de 2e gelanceerd aan boord van Soyuz TMA-03M om daar voor een half jaar bemanning lid te zijn voor Expedities 30 en 31. Tijdens zijn verblijf heeft André ook enkele school contacten gehad, waaronder met scholen in België en Nederland.
In zijn schaarse vrije tijd heeft André Kuipers ook zelf verbindingen gemaakt onder PI9ISS. Op 3 maart 2012, om 14.35 uur Nederlandse tijd heb ik zelf het geluk gehad om een korte QSO met André Kuipers, PI9ISS gehad te hebben. Van beiden contacten heb ik audio opnamen online staan, klik daarvoor links op "ISS Geluid opnamen"
- Details
- Geschreven door: André Berends
- Hits: 8985
Mijn QSL kaart
Mijn ontwerp
Het is gebruikelijk dat zendamateurs onderling een kaartje sturen om hun verbindingen te bevestigen.
Sinds maart 2012 heb ik na bijna 20 jaar eindelijk eens een kaart ontworpen:
Waarom staat er dan een Space Shuttle op deze kaart?
Voor mij is dat simpel: een stuk interesse naar de Amerikaanse bemande ruimtevaart wat ik ook elders op mijn site heb staan.
Ik had net zo goed een Apollo capsule kunnen kiezen, maar de Space Shuttle is voor mij het toppunt van techniek waarmee ruimte reizen gemaakt zijn, mede doordat het ruimteveer zelf herbruikbaar was, en de karakteristieke vorm van het ruimteveer zelf.
In Oktober/November 1985 heeft Wubbo Ockels zelf een vlucht gemaakt aan boord van de shuttle Challenger tijdens vlucht STS-61a, en André Kuipers was genomineerd om mee te vliegen met STS-107 dat op 1 februari 2003 tijdens de terugkeer naar Aarde verongelukte. (Bron: "Droomvlucht, het verhaal van Astronaut André Kuipers", ISBN 987 90 488 1303 2)
De gekozen foto is van Space Shuttle Atlantis, dat klaar staat op het lanceerplatform 39A voor missie STS-129 in November 2009. Gewoon omdat ik het een hele mooie foto vind.
Lanceerplatform 39A werd voor het eerst gebruikt in november 1967 met de lancering van Apollo 4, een onbemande test met de immense Saturnus V dat 2 jaar later Neil Armstrong, Edwin 'Buzz' Aldrin en Michael Collins naar de maan zou brengen.
Voor de achterkant heb ik gekozen voor een standaard variant dat op de site van Max ON5UR staat. Bewust heb ik er ook voor gekozen geen logo's van de VRZA of VERON er op te zetten. Het Nederlands QSL bureau (DQB) adviseert wel het één en ander, zoals op de achterkant rechtsboven de roepletters van de tegenpartij. Mijn kaart heeft dat dus niet omdat ik vind dat er al genoeg invul vlakken zijn, en 2x de roepletters van de ontvangende partij op de achterkant vind ik overbodig en nutteloos.
Er zijn ontelbare ontwerpen mogelijk, maar het formaat is ongeveer dat van een ansichtkaart.
Het versturen en ontvangen
Het versturen van een QSL kaart gaat via de locale afdelingen van de VRZA of VERON. De regionale QSL manager (contactpersoon van de afdeling naar het DQB) verzameld alle te versturen kaarten en zorgt er voor dat deze bij het DQB terecht komen. Hiervandaan worden de kaarten gesorteerd en verder verstuurd naar andere regionale QSL managers en nationale QSL bureaus.
Andersom werkt het ook: het DQB ontvangt ook kaarten vanuit het buitenland van andere nationale QSL bureaus. Ook hier worden de kaarten gesorteerd en verder doorgestuurd naar de regionale QSL managers, waar de zendamateur zijn ontvangen kaarten kan afhalen. De kosten hiervan zit inbegrepen in de contributie bij de verenigingen VRZA en VERON, die verder het DQB ondersteund.
Het kan voorkomen dat er zendamateurs om wat voor reden dan ook geen lid zijn of kunnen zijn van een zendamateur vereniging. Daarom zijn er andere zendamateurs die geheel belangeloos zich als QSL manager voor die ene zendamateur inzet. Ook komt het voor dat er 'QSL direct' gevraagd wordt, zoals bij contacten met astronauten aan boord van het ISS. Voor Europa zit deze manager in Vernet les Bains, Frankrijk, uitgezonderd voor contacten met André Kuipers, PI9ISS. Hiervoor heeft iemand zich opgeworpen hier in Nederland, n.l. in Eindhoven.
Mijn voorkeur hier is QSL via het DQB, zodat het mij geen extra geld kost om kaarten van mijn verbindingen binnen te krijgen, echter voor het verkrijgen van speciale QSL kaarten, zoals die van André Kuipers steek ik er wel geld in, om toch die ene bijzondere contact bevestigd te krijgen.
In de toekomst wil ik ook nog scans maken van kaarten die ik heb ontvangen van andere radio-amateurs. Zo kun je zien dat er een hele verscheidenheid aan ontwerpen zijn, die niet per definitie aan de radio-hobby doen denken.
Vervolg: Mijn QSL kaart (Deel 2)